In de parken wordt het ook stiller. Toch lopen er wel mensen: hondenbezitters, joggers, wandelaars. Maar steeds minder. En de verkeersregels passen zich aan.
Als in de verte een tegenligger opdoemt, lopen mensen nu het gras in, bestuderen het riet aan de waterkant, tellen de slapende eenden.
Op smalle paden gaan ze achter een boom staan, en draaien mee als een klein kind dat verstoppertje speelt.
Heeft het ook wel iets van weg. Het openbare leven nu. Verstoppertje spelen, niet gevonden willen worden.
Zoek me niet, zoek me niet. Oh, Corona vind me niet.