Van oude menschen, de dingen die voorbij gaan…
Is elke grijsaard niet een kind in zijn ouderdom, dat spelen moet, en de dingen die aan zijn netvlies voorbij trekken, wil onderzoeken? Voeg toe ervaring, belezenheid, een door de wol gescherpte pen, dat alles aan een eigenwillig man, die moeilijk huizen kan in de vinex-locaties van de moderne lectuur, die verlangt naar kastelen, voeg nog toe een druppeltje gif en een grote schep ironie, en we moeten melding maken van de geschreven zegeningen die plots over ons neerdalen.
Of het nieuws is weet ik niet, maar het is zeker een welkome verrassing: Gerrit Komrij is een weblog begonnen.
Of het emjambement voor mietjes is, ach ja wat valt daar meer mee te doen dan tijd en plaats te vergeten. Tenslotte trekt mode in mooie kleren voorbij om nabij het einde van de gang door de lichthoofdige massa, hebberig op pad naar het schijnsel van iets nieuws, vertrapt te worden. En dan hebben we het nog over mode.
Help! De Heideggerende wolkenridders zijn terug. Met zulke komieken hebben we geen Driek van Wissen meer nodig.
De meester is gelijk op dreef, alles is mooi, maar het treffendst vinden we deze:
Ik herinner me een Suske en Wiske-verhaal met het plaatje van een man die zojuist door een woedende Jerommeke in elkaar is geslagen. De man bestaat uit scherven en fragmenten, zig-zag getekend, maar verder staat hij daar nog helemaal in de vorm van een man. ‘Waarom stort-ie niet in?’ vraagt iemand. ‘Omdat hij het nog niet weet,’ antwoordt Jerommeke met een schouderophalen. Op het volgende plaatje zien we alleen nog een hoopje gruis.
Vervang die man door onze cultuur. Dan bevinden wij ons in het witte strookje niemandsland dat de overgang vormt tussen de beide plaatjes.
Het lijkt een kwestie van oprecht onderzoek – noemden we Nietzsche niet de filosoof met de hamer? – om met een moker op de fundamenten van onze beschaving in te slaan. Alles van waarde is weerloos. De poëzie is al ontwapend, en het ambacht is vervangen door dilettantisch geknutsel.
De publieke schrijverij van Komrij is een goede aanleiding een oud gedicht van Brander Bos te plaatsen:
OPEN GEDICHT AAN GERRIT KOMRIJ
Uw gedichten zijn als mannen
In een veel te krappe broekDie broek is goed gesteven
En de vouwen zijn messcherpMaar wat ik wil zijn vrouwen
Met alle kleren uit!
We confronteerden de dichter B.Bos met het blog Lucifer in het hooi van Komrij en dat levert de volgende quote op: Gerrit Komrij is een groot kleermaker!