Roebels of dollars: het grote smeermiddel, juist in tijden van oorlog

Wie ooit in Rusland op bezoek is geweest zal er vast goede sociale herinneringen aan hebben, maar ook de vervelende gevolgen ervan herkennen: een onbarmhartig hard bonkende kop in de ochtend.

Wodka.

Sterke drank is en blijft naast spraakwater een ongekend sociaal glijmiddel. De meest stroeve conversaties tussen de meest vreemde gezelschappen komen op gang en duren tot diep in de nacht.

Natuurlijk, drank maakt meer kapot dan je lief is maar eerst breekt het de ongemakkelijke sociale barrières af. Creëert vervolgens onwerkelijke absurdistische lol, gezamenlijk gezang met evident ontbrekende eenstemmigheid, en werpt allerlei liefjes in je armen. Het brengt broederschap, al is het maar voor even.

Drank verlicht op korte termijn de omgang met het vreemde en belast op lange termijn de omgang met al het andere.

Handel drijven is ook een vorm van omgang. Wie handel drijft, voert geen militaire oorlog. Dat is althans het motto van Maanziek. Het geld gaat altijd voor. Wellicht wat materialistisch maar tegelijkertijd geruststellend universeel. Ruilen is contact, vernietiging kost geld, en een dode betaalt niks.

De taal van drank spreken we allemaal en de taal van geld begrijpt ook iedereen.

De boycot van Rusland door Westerse landen is op lange termijn gevaarlijk. We verliezen binding. Natuurlijk Rusland is de agressor, maar toch.

Nu we handelen nog in olie, dat is in de ogen van Maanziek geruststellend. Dat verkleint de kans op escalatie van deze oorlog.

Maar hoe lang nog? Poetin verlangt betaling in roebels. Het Westen wil niet. Terecht.

Wat maakt het uit euro’s of roebels? Geld is toch geld. Je kan die twee valuta omwisselen en wat is dan het verschil of je dat voor of na de aankoop van olie doet?

Broekzak of vestzak zal de Hollandse koopman denken. En de meeste commentaren in kranten schrijven hetzelfde.

Mispoes.

De geschiedenis herhaalt zich.

Voor het wegroesten van het ijzeren gordijn – of de val van de muur -, bestonden er twee wisselkoersen in Oost-Europa: de officiële en de officieuze / zwarte koers.

Vooraf moest je valuta tegen de officiële koers kopen. Eenmaal in het Oost-Europees land aangekomen kon je bijna op elke straathoek je D-marken (oud Duits geld) wisselen tegen een veel gunstigere koers dan de officiële: 40% meer of zo.

Je had dus de dure officiële koers en de goedkope reële/werkelijke koers.

Als Poetin nu de westerse/onvriendelijke landen verplicht om in roebels te betalen, dan gaat het om herinvoering van de officiële koers. Hij krijgt dan gewoon zomaar 40% meer.

Niks broekzak vestzak.

In een dictatuur kan zelfs de (geld)markt niet vrij bewegen.

In elke vestzak van de burger boort de dictatuur een gaatje waardoor er geld naar de broekzak van de machthebbers sijpelt.

Corruptie, een soort illegale belasting.

Ook smeermiddel trouwens. Ben je een vriendje van de dictator, dan krijg je dat met rente terug.

Zo koop je invloed en stemmen.

Nog iets vervelends komt op ons af. De boycot ondermijnt weliswaar op korte termijn de roebel, maar op lange termijn schaadt het juist de dollar en waarschijnlijk ook de euro. Nu zijn beide munten nog reservevaluta, de munt waarin alle landen tegoeden aanhouden. Dat gaat veranderen, daarin zullen China en Rusland zich wel vinden, en dat gaat de koers van de dollar en de euro onder druk zetten.

Op middellange termijn gaat dit grote gevolgen hebben voor de overheidsschulden en begrotingstekorten van de westerse landen. Een stijgende rente en het verlies van vertrouwen in de dollar en de euro brengt een nieuwe financiële crisis dichterbij.

Dat u het maar weet hier op aarde. De geschiedenis herhaalt zich.

De jaren twintig, daarin leven we nu.

De jaren dertig komen er weer aan.

En dan volgen de jaren veertig.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *