Iedereen viel er over, maar de oproep van Lakeman in het televisieprogramma Goedemorgen Nederland om het spaargeld van de DSB-bank af te halen, blijkt achteraf toch verstandiger dan gedacht. Naar nu blijkt hebben directeur Dirk Scheringa en topman Hans van Goor het advies van Lakeman in ieder geval opgevolgd: drie dagen nadat Lakeman de gewraakte oproep deed, hebben de topmannen hun spaargeld bij de DSB opgenomen en overgemaakt naar een andere bank.
Deze gebeurtenis maakt dat de stelling van Lakeman dat de gedupeerden die hij vertegenwoordigt aan het kortste eind trekken zolang Scheringa de touwtjes in handen heeft, geloofwaardig.
Het handelen van de Scheringa en van Goor is volstrekt onverantwoord. Als het nieuws naar buiten komt dat bankdirecteuren miljoenen van hun eigen bank halen, is een bank die met een vertrouwensprobleem worstelt, ten dode opgeschreven. Het is een onbezonnen actie, het is een blijk van onvermogen, het is een startschot voor een bankrun, dat gelukkig voor Scheringa pas weerkaatste toen het niets meer uitmaakte.
Volgens een verklaring van Scheringa heeft hij gehandeld uit emotie en teleurstelling, hij moest het veld ruimen als bestuurder en wilde de zaken afsluiten. Frustratie is een slechte raadgever. Het feit dat zowel Scheringa en van Goor hierin samen handelden en blijkbaar elkaar niet konden overtuigen van de risico’s van de overboeking maakt andermaal duidelijk dat de leiding van de DSB niet langer verantwoord en professioneel te werk ging.
Uit analyse van de verklaring blijkt dat het geld nog niet is teruggestort, maar dat er schriftelijk met de bewindvoerders is afgesproken dat dit gebeurd. Op 4 oktober haalden Dirk Scheringa en Hans van Goor hun rekeningen bij DSB leeg, enkele dagen nadat Lakeman gewaarschuwd had dat Scheringa de bank zou leeghalen. Op 12 oktober bleek er zoveel opgenomen dat de rechter besloot de noodregeling in te stellen. Vanaf dat moment was het niet meer mogelijk om geld op te nemen of te storten.
Scheringa geeft in zijn verklaring aan dat er met de bewindvoerders is overlegd om het geld terug te storten. Dat is dus nog niet gebeurd. Aangezien de bewindvoerders pas op 12 oktober aangesteld zijn hebben Scheringa en van Goor acht dagen lang geen enkel moeite gehad om publiekelijk te verkondigen dat er niets mis was, terwijl ze hun eigen geld hadden veilig gesteld. Dus ook toen de eerste boosheid en teleurstelling gezakt moest zijn, besloten ze niet om de transactie terug te draaien. Blijkbaar geloofden ze zelf niet in een goede afloop.
We zijn kapot gemaakt door boekhoudkundige trucs, de woorden van Scheringa vandaag komen hypocriet over. Het natrappen tegen de schenen van De Nederlandsche Bank en het Ministerie van Financiën is niet alleen onsportief, het geeft ook aan dat Scheringa het zicht op de werkelijkheid is verloren. DSB is failliet gegaan door slecht beleid en te grote risico’s. Hoogmoed komt voor de val.
Op de televisie verzuchtte een werknemer: dat een bank failliet kan gaan, in dit land dat zou niet moeten kunnen. Het kan, het kan hier, het kan in Wognum en het kan overal. En het moet zelfs af en toe. Welkom in de wereld. Een faillissement is namelijk het verschil tussen goed en slecht ondernemerschap.
Het Wouter bedankt, dat uit de monden van vele ex-werknemers klinkt, en op vele briefjes op de ramen van de kantoren is geplakt, lijkt een doffe modieuze echo van Wilders popularisme. De regering en met name de PvdA is toch al de schuld van alles, dus dit echoot de goegemeente wel door, moet Scheringa gedacht hebben. En voor de leedverwerking zal het (ex)personeel wel troost vinden bij de gedachte dat de bank slachtoffer is en geen veroorzaker van alle ellende.
Daarmee geeft het personeel aan dat ook zij het zicht op de werkelijkheid hebben verloren. En dat ze niet meer helder naar hun werkgever kunnen/willen kijken. Als Scheringa zijn €700.000 nu had laten staan, was hij nog enigszins geloofwaardig geweest.